Fth. Godfrey Nzamujo, de geestelijk vader van het Songhaï initiatief in West-Afrika, bezocht onlangs Seed Valley. Nzamujo is overtuigd dat een efficiëntere agri-food keten de sleutel is tot sociale stabiliteit en minder armoede in West-Afrika. Hij wil niet stap-voor-stap, maar met grote kikkersprongen naar een rendabelere agrarische sector. Daarom zoekt hij naar betere rassen en andere gewassen.

Één van de mogelijkheden die Fth. Godfrey onderzoekt is de teelt van tomaten in warmtewerende foliekassen. Op tomaten is zijn land Benin een hoge marge te maken. Ze worden er veel gegeten en verwerkt, maar vooral uit import. Onbeschermde teelt is door tropische slagregens en ziektedruk vrijwel onmogelijk. Fth. Godfrey wil niet zelf jarenlang uitvogelen hoe Afrikaanse tuinders geld kunnen verdienen aan tomatenteelt; dan is hij opnieuw het wiel aan het uitvinden. Door samenwerkingsverbanden aan te gaan met leveranciers van hoogwaardige kennis en uitgangsmateriaal, wil hij binnen korte tijd een sprong voorwaarts maken. Daarover sprak hij onder andere met experts aan de Wageningen Universiteit en met producenten van foliekassen.

Terra incognita 

In Seed Valley sprak hij met Syngenta en East-West Seed. Namens Syngenta gaf Pim Neefjes aan dat het bedrijf weliswaar beschikt over productieve tomatenrassen die goed gedijen in de tropen, maar dat West-Afrika een van soort ’terra incognita’ is wat betreft de afzet van tomatenzaad. Dat heeft alles te maken met het gebrek aan organisatie en gebrek aan koopkracht van de tuinders daar. En dat is precies waar Songhaï Center verandering in brengt.


Met behulp van een aantal monsterpartijen van Syngenta gaat Songhaï Center op korte termijn pilots opzetten met
getrainde tuinders op 17 locaties verspreid over Benin en Nigeria. Als de aanpak slaagt, kan de samenwerking met Songhaï betekenen dat Syngenta goede kwaliteit tomatenzaad gaat verkopen in 15 Afrikaanse landen waar Songhaï Centers worden opgezet.

 

 

 

Gedreven pioniers

Met Westfriese know-how is East-West Seed groot geworden in Zuidoost-Azië. In West-Afrika zijn ze nog niet actief, maar het inspirerende pioniersverhaal van Fth. Godfrey Nzamujo maakte een gevoel van herkenning los bij Simon Groot, oprichter van East-West.

Binnen enkele minuten raakten de twee gedreven pioniers verwikkeld in een verhaal over yard long beans of haricots kilometrique, wrattige pompoenen, ratatouille en tomatensoep. Ook Simon Groot zegde toe om diverse van zijn rassen en gewassen te laten testen in Songhaï Center.

 

 

 

 

Songhaï Center 

Land- en tuinbouw in Benin (West-Afrika) is inefficiënte, riskante, laag productieve business met weinig diversiteit. Bij gebrek aan mogelijkheden om de oogst te bewaren, verpakken, verwerken of vervoeren, bederft een groot deel nog voor het de markt bereikt. Voor veel Afrikanen biedt agribusiness geen perspectief en er wordt dus ook niet in geïnvesteerd. De plattelandsbevolking trekt naar de steden, waar nauwelijks een beter perspectief wacht. Als je er in slaagt om de agrarische bevolking productiever en rendabeler te maken, en ze vooruitzicht op goed betaald werk kunt geven, dan is de neerwaartse trend en de massale ontvolking van het platteland te doorbreken. En dat is exact de doelstelling van Songhaï: maak de Afrikaanse agribusiness competatiever. Het is de sleutel tot het uitbannen van armoede door de ontwikkeling van de West-Afrikaans landen. Of, in de woorden van Nzajumo: a weapon of mass construction.

Millennium Doelstellingen 

25 jaar geleden richtte Fth. Godfrey Nzamujo, een katholiek priester en ingenieur, Songhaï Center op in Benin. Hij zag dat succesvolle land- en tuinbouw behoefte heeft aan structuur, management, technologie, marketing en krediet, maar vooral aan training van jonge mensen. Het Songhaï model is gebaseerd op agrarische communities. Ooit gestart op één locatie in Benin is het model inmiddels succesvol uitgegroeid tot een Regionaal Center of Excellence, dat in de komende jaren zal worden toegepast in 15 Afrikaanse landen. Zijn project draagt bij aan de in het jaar 2000 afgesproken millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties, die gericht zijn op het uitbannen van wereldwijde armoede. Het project wordt gesteund door de UN-organisaties FAO, UNDP, IFAD, ILO en UNIDO.