Seed Valley kreeg vorige week bezoek van een groep Zuid-Koreaanse wetenschappers. In opdracht van hun centrale overheid onderzoeken zij hoe Zuid-Korea haar zaadindustrie kan inrichten en opzetten naar Nederlands model.

Het Zuid-Koreaanse Ministerie van Voedsel, Landbouw, Bosbouw en Visserij wil de komende tien jaar ruim 800 miljoen dollar investeren in agribusiness, waaronder veredeling en zaadindustrie. De teelt van groentegewassen (maar ook vee- en visteelt) wordt gezien als motor onder de economische groei van het land. Met subsidies wil de centrale overheid het bedrijfsleven stimuleren een competitieve zaadindustrie in Zuid-Korea te vestigen. Er wordt geïnvesteerd in R&D, er moet een infrastructuur met laboratoria, kassen en proefvelden voor veredeling worden ingericht en bescherming van kwekersrecht en intellectueel eigendomsrecht moet worden verbeterd. Zelf ontwikkelde rassen zouden de afhankelijkheid van import moeten verminderen. De productie en distributie van voedingsgewassen wordt geprivatiseerd.

Een centraal onderzoeksinstituut moet een leidende rol krijgen in het ontwikkelen van de technologische basis en applicaties voor veredeling. De zaadbedrijven richten zich vervolgens op het produceren van commerciële hoeveelheden zaad en marktintroductie daarvan. De groep Zuid-Koreaanse wetenschappers die eind juni een bezoek bracht aan Seed Valley, werkt aan een plan om dit centrale onderzoekscentrum vorm te geven.

Zuid-Korea ontwikkelt zich tot een economische grootmacht die investeert in de modernisering van haar landbouw. De overheid stimuleert wetenschappers om internationaal samen te werken en kennis & expertise naar Zuid-Korea te halen. De Nederlandse kennisinfrastructuur, met daarin de Wageningen Universiteit, hogere & middelbare agrarische scholen, Naktuinbouw, KeyGene en een cluster zoals Seed Valley, staat model voor wat Zuid-Korea voor ogen heeft.

In Seed Valley bracht de delegatie een bezoek aan Bejo Zaden, Seed Processing Holland en Incotec.