De sjalot is het neefje van de ui en een bekende smaakmaker in de keuken. Sinds 1994 worden sjalotten niet alleen uit een bol geteeld, maar ook uit zaad. Wat is het verschil? We vroegen het aan sjalottenexpert en veredelaar Lennaert Aardse van De Groot en Slot.
Zaaisjalot vs plantsjalot: wat is het verschil?
Het belangrijkste verschil, niet zo verrassend, is dat de zaaisjalot voortkomt uit zaad terwijl de plantsjalot vegetatief wordt vermeerderd. Dit betekent dat een opgekweekte sjalot opnieuw in de grond wordt gezet. Vervolgens groeien hier meerdere nieuwe sjalotten uit. Na de oogst wordt een deel van deze sjalotten bewaard als plantmateriaal. Deze sjalotten worden een jaar later in de grond geplant. De overige sjalotten worden verkocht. Dan begint de cirkel weer opnieuw. Bij de zaaisjalot worden er ieder jaar nieuwe zaden gebruikt, waarbij ieder zaadje uitgroeit tot één sjalot. De volledige oogst wordt dan verkocht.
Het voordeel van de zaaisjalot
Er zijn meerdere voordelen aan de zaaisjalot:
- Zaaien is makkelijker dan planten. Daarnaast kan het proces voor de zaaisjalot bijna geheel gemechaniseerd worden, waardoor er geen afhankelijkheid van arbeidskrachten is. De traditionele sjalot vraagt om veel en zwaar handwerk, zowel bij planten als oogsten.
- Zaad is vrij van virussen en ziekten. Het zaad voor de sjalot koop je direct bij het veredelingsbedrijf. De zaden worden door het zaadbedrijf van tevoren getoetst op de verschillende ras-eigenschappen. Niet alleen op uniformiteit, ras-echtheid, opbrengst en vorm, maar ook op ziekteresistentie, kiemenergie en kiemkracht. Je koopt dus zuiver en schoon zaad in, zodat de start van het teeltseizoen schoon begint.
- Bij plantmateriaal is er altijd kans op verspreiding van ziekten tussen de velden. Bij een plantsjalot begin je met een schone partij, waarin geen virus aanwezig is. Omdat je altijd een gedeelte van de sjalotten overhoudt om opnieuw te planten, worden de ziektes die erin kruipen overgedragen op de omringende sjalotten. Daardoor kan een ziekte of virus sneller in de plantsjalot verschijnen. Uiteindelijk moet er weer nieuw plantmateriaal aangeschaft worden. Dit is vaak een dure grap.
- Hybride zaad heeft een constante kwaliteit.
- De zaaisjalot kun je langer bewaren dan de plantsjalot.
Maar waarom zou je dan nog een plantsjalot willen telen?
Je ziet in de praktijk dat steeds meer telers wereldwijd sjalotten uit zaad telen. Alleen in Frankrijk worden nog plantsjalotten geteeld. Dit heeft inmiddels de status gekregen van een traditioneel product: de originele Franse sjalot. Maar zijn er dan helemaal geen voordelen van de plantsjalot? Jawel hoor! Ten opzichte van de zaaisjalot kan je deze eerder in het seizoen oogsten. Dit betekent dat deze eerder klaar is voor de verkoop.
En hoe zit dat dan met uien?
Sjalot en ui worden vaak in één adem genoemd, maar zijn niet hetzelfde. De sjalot komt van een andere plant en heeft een andere samenstelling dan de ui, maar ze zijn wel familie van elkaar. Beide vallen ze onder de Allium familie: hier vallen o.a. ook knoflook en prei onder.
Bij uien is er een ook een keuze tussen plantmateriaal en zaad. Maar de verschillen tussen de plantui en de zaaiui zijn niet hetzelfde als bij de sjalot. De ui komt namelijk altijd uit een zaadje. Bij plantuien wordt er eerst een klein onvolgroeid uitje geteeld. Door deze koel en droog te bewaren, kan dit later als plantmateriaal gebruikt worden.
In Nederland worden meer zaaiuien geteeld. De keuze voor een plantui of zaaiui hangt af van de persoonlijke wensen van de teler. De teler houdt rekening met de volgende zaken:
- Plantuien kunnen eerder geoogst worden dan zaaiuien. Het plantuitje heeft immers al een voorsprong op het zaadje. Dit betekent dat de plantui eerder klaar is voor de verkoop.
- Plantuien bevatten over het algemeen ook meer droge stof (het materiaal wat overblijft, nadat water verdampt), wat makkelijker werkt bij de verwerking.
- De plantuien kunnen minder lang bewaard worden dan de zaaiuien.